Vleesverbruik daalt
In 2011 deed de Nederlandse consument 14,1% van zijn vleesaankopen bij een ambachtelijke slager, in 2014 was dat licht gestegen naar 14,3%, zo blijkt uit de Slagersmonitor van het marktonderzoeksbureau GfK.
Daarmee is het goede nieuws voor de ambachtelijke slager grotendeels verteld. Het totale bedrag dat in de slagerijen werd uitgegeven, daalde in die periode immers van 841 miljoen euro naar 820 miljoen euro. Dat is een terugval met 2,5%. De slagers konden hun positie alleen relatief verbeteren omdat de totale vleesaankopen nog sterker terugvielen: ze zakten van 5,9 miljard euro in 2011 naar 5,7 miljard euro in 2014.
De dalende vleesconsumptie wordt overigens breed gedragen. 73% van de Nederlandse gezinnen zegt weliswaar zijn verbruik niet te hebben aangepast, maar 26% is minder gaan consumeren. Slechts 1% stelt meer te nuttigen. 22% van de bevolking beweert ook niet al te veel vertrouwen in het vlees te hebben.
GfK merkt op dat in vergelijking met 2011 nu 9,7% minder volume aan vlees wordt verkocht, wat slechts gedeeltelijk kon worden gecompenseerd door de prijzen over die periode met gemiddeld 4,6% te verhogen. Ook komen de consumenten minder in de winkel. Hun aankoopfrequentie is met 5,7% gedaald. En als ze toch komen, nemen ze minder mee.
Slagers bedienden vooral oudere klanten
De slagers bedienen vooral het oudere segment van de bevolking. Meer dan 80% van hun omzet halen ze bij vijftigplussers, met een overwicht aan de top van de leeftijdspiramide. Zo wordt globaal 25,4% van het vlees in Nederland gekocht door huisvrouwen van meer dan 64 jaar, bij de slagers is dat 41,8%.
De slagers halen ook 70% van hun omzet uit gezinnen van 1 of 2 personen. Ook dat is een oververtegenwoordiging. De betrokken gezinnen zijn goed voor iets minder dan 60% van de totale vleesaankopen in Nederland.
Positief voor de slagers is wel dat ze vooral goed scoren bij de gezinnen met een iets hoger inkomen. Meer dan twee kopers op de drie zijn welgesteld. Globaal zijn slagers ook iets duurder dan supermarkten, maar het prijsverschil is het voorbije jaar, behalve dan voor kalfsvlees, niet gestegen.
De reden waarvoor consumenten bij de slager aankopen, zijn divers. Het meest voorkomend is de kwaliteit van het vlees, het sociale aspect, de service en de goede hygiëne. De lokale slager lijkt altijd aan het schoonmaken en er wordt alleen vlees verkocht.
Online verkopen blijven beperkt
GfK peilde voor het eerst ook naar de online verkopen van vleeswaren. Vooralsnog heeft dat kanaal maar een zeer gering succes. Het staat voor amper 0,4% van de markt. Vooral oudere huishoudens met een hoog inkomen en gezinnen met kinderen doen er beroep op.
Het merendeel van de slagers heeft geen webwinkel. Slechts 20% heeft er wel een. Een klein deel van de slagers heeft wel plannen en geeft aan zeker (9%) of waarschijnlijk (9%) in de toekomst een online winkel te beginnen.
Volgens GfK is het aantal slagers in Nederland gedaald van 2.480 in 2007 naar 1.975 in 2014. Die afname is sterker dan de afname van het verbruik, zodat de totale verkoop per slagerij wel gestegen is.