Unilever slaagt er vlot in de hogere kosten en inflatie te compenseren met hogere verkoopprijzen. De FMCG-reus kan zo zelfs de verwachtingen voor de rest van het jaar optrekken en de winstmarge mooi op koers houden.
Tweede helft meer van dat
Van de consumptiecrisis heeft Unilever niet veel last: hoewel het volume kromp in de eerste helft van dit jaar, steeg de omzet met 8,1%. Dat is allemaal te danken aan prijsstijgingen met ruim 10%. De grootste merken van de groep, die goed zijn voor meer dan een miljard euro, groeiden met 9,4%. Vooral in de Verenigde Staten en India presteerde Unilever sterk. Opvallend: e-commerce vertegenwoordigt ondertussen 14% van de omzet, in pre-coronajaar 2019 was dat nog maar 6%.
Ondanks een iets lagere brutowinstmarge, door de stijgende inkoopkosten, blijft de marge met 17% op koers. Voor de rest van het jaar verwacht CEO Alan Jope dat verdere prijsstijgingen die marge niet alleen onder controle houden, maar de omzet zelfs met meer laten groeien dan de maximum 6,5% waar de groep eerder van uitging.
“We gaan door met het herschikken van onze portefeuille”, zegt de topman nog. Hij heeft op 1 juli een nieuwe bedrijfsstructuur ingevoerd, die gepaard ging met het ontslag van 1500 medewerkers wereldwijd. Unilever verkocht recent ook zijn thee-afdeling, maar kocht in de plaats de leverancier van haarverzorgingsproducten Nutrafol.