Nieuwe spelregels: de wereld is blauw
“Het grote verschil met de groene economie is dat we de spelregels hebben veranderd: groene economie is geëvolueerd naar een economie waarbij we steeds meer moeten betalen voor wat goed is voor mens en milieu, waarbij belastingen worden geheven en subsidies worden gegeven”, steekt Gunter Pauli van wal als je hem vraagt wat die Blauwe Economie nu precies is.
De verandering van de spelregels ligt volgens hem in het feit dat Blauwe Economie zich toelegt op het genereren van meerwaarde op basis van wat we lokaal ter beschikking hebben: “De Blauwe Economie is in de eerste plaats een economie die ons ertoe in staat stelt om aan de noden van de mensen te beantwoorden. Het is een duurzame economie die bovendien innoverend is.”
De term is overigens gebaseerd op een meer realistisch beeld van hoe de wereld er nu eigenlijk uitziet: “Vanuit het universum is de wereld vooral blauw, met wat groene plekjes en wat witte wolken. Vanop de aarde zijn het de oceanen en de lucht die blauw zijn. Hoe dan ook, de mensen mogen deze economie de kleur geven die ze willen, zolang ze het principe maar toepassen.”
Realisme is dan ook een leidend motief in de Blauwe Economie die Gunter Pauli voorstaat: geen dromerig idealisme, maar ‘hands-on’ zakendoen. “In mijn boek “The Blue Economy”, dat in 2009 werd gepubliceerd, beschreef ik 100 projecten waarvan één derde gebaseerd was op fantasie, één derde bestond uit pilootprojecten en één derde waren effectief gerealiseerde projecten.” Vandaag zijn 188 projecten doorgevoerd met een totale investering van ongeveer zes miljard euro en een inzet van drie miljoen jobs.
Paddenstoelen kweken met koffieafval
Hoe het ZERI-netwerk (Zero Emissions Research & Initiatives), dat de Blauwe Economie in de praktijk omzet, erin is geslaagd om zoveel projecten uit te voeren? “Omdat we voordelen creëren op zowel financieel en sociaal als ecologisch en cultureel vlak. Wanneer we een kopje koffie drinken, staan we er niet bij stil dat we daar eigenlijk maar 0,2% van consumeren, de resterende 99,8% is afval. In het beste geval kunnen we dat afval composteren, maar dat levert niets op, want het proces veroorzaakt een hogere uitstoot van methaangassen. Daarom gebruiken we koffieafval vandaag bij het telen van paddenstoelen.”
Er zijn vandaag reeds meer dan duizend projecten wereldwijd waar de paddenstoelenteelt op die manier gebeurt. Van het afval dat na het telen van de paddenstoelen overblijft, wordt dan weer diervoeder gemaakt dat perfect is voor zowel honden als kippen, omdat het rijk is aan aminozuren. “Deze denkwijze laat ons toe om op zeer korte termijn veel te realiseren, want het telen van paddenstoelen duurt amper een maand en het diervoeder dat uit het afval wordt vervaardigd, is op één dag opgegeten. We slagen er met andere woorden in om zeer snel cashflow te genereren en kosten om te zetten in activa.”
“Eigenlijk zetten we de balans op zijn kop, net als de ‘profit & loss-statements’”, legt Pauli uit. “Bovendien genereren we niet alleen meer cashflow, we zetten tegelijkertijd methaangas om in koolstofdioxide, dat zomaar even 21 keer beter is voor het milieu. Dat is exact de logica die we nodig hebben: het is een heel praktische en concrete manier van werken en veronderstelt absoluut geen hoogtechnologische spitsvondigheden. Chinezen telen al ruim tien eeuwen paddenstoelen, en koffie drinken doen we ondertussen ook al zeshonderd jaar. We zijn dus eigenlijk niet met iets uitzonderlijks bezig, maar we maken wel werk van zaken die het leven van mensen op korte termijn kunnen veranderen.”
Bureaucratie blijft grote belemmering
Toch is het allemaal nog vrij nieuw en zodoende blijft de schaal van de Blauwe Economie vandaag – zeker in de Benelux – nog beperkt. “Voor veel mensen moet het nog vorm krijgen. De groene economie bestaat nu dertig jaar en net op het moment dat mensen dat beginnen te begrijpen en er voeling mee krijgen, ontstaat plots die Blauwe Economie. De grootste belemmering is echter dat mensen er geen flauw idee van hebben wat er allemaal mogelijk is.”
“Van zodra mensen zien en horen wat kan gerealiseerd worden, wordt iedereen meteen wild enthousiast. Al moeten we er dan jammer genoeg meteen aan toevoegen dat enthousiasme en kennis alleen niet toereikend zijn. We missen namelijk de capaciteit om de projecten effectief en snel door te voeren, en dat is het grote probleem in België en Vlaanderen”, aldus Gunter Pauli.
“Alle projecten worden onderworpen aan allerlei haalbaarheidsstudies die dan ook nog eens gecertifieerd moeten worden en audits moeten doorstaan, om nog maar te zwijgen van de businessplannen die dan worden opgemaakt. Terwijl men niet eens weet waarover men praat. Er liggen zoveel uitdagingen te wachten, maar de uitdagers weten niet hoe ze die succesvol moeten opnemen.”
Dat het ook anders kan, weet de geëngageerde zakenman uit ervaring: “Ik deed in China een voorstel om steenpapier te maken op basis van afval afkomstig van de mijnen. Na 16 maanden stond de eerste fabriek al recht en nog eens twee maanden later werden er nog eens drie bijgebouwd. Amper 24 maanden na het allereerste gesprek werd beslist om een vierde van de totale papierproductie om te zetten in steenpapier. De reden waarom de Chinezen meteen kozen voor deze manier van produceren, was het feit dat er helemaal geen water noch bomen aan te pas kwamen.”
Betere oplossingen dan fruit uit Nederland in België verkopen
Ook voor de retailsector ziet Gunter Pauli heel wat opportuniteiten in de Blauwe Economie: “Als we erin slagen om een heel ander distributieconcept uit te werken, zullen we beseffen dat er veel betere manieren zijn om meerwaarde te realiseren dan door groenten en fruit uit Nederland naar België te brengen om het hier een beetje goedkoper te verkopen en zo de concurrentie een hak te zetten. We moeten de hele kostenstructuur en balanswaarde met een fris hoofd bekijken en bepalen hoe we erin kunnen slagen om een product van hoge kwaliteit tegen een lagere prijs aan te bieden.”
“Het belangrijkste kenmerk dat de verkoop altijd draaiende heeft gehouden, is het aanbieden van een product van een betere kwaliteit tegen een lagere prijs. Dat betekende dat we alles in China moesten laten maken, de goederen moesten verschepen van Oost naar West, inkoopbureaus uit de grond moesten stampen in Shanghai, Bangladesh of Vietnam en dat alles in een poging om zo goedkoop mogelijk in te kopen. Daar zeg ik vandaag resoluut nee tegen.”
“Je moet je afvragen: hoe kan ik de klant verrassen?”
Waar retailers die meerwaarde dan wel kunnen realiseren? “Op het verkoopmoment aan je klant”, meent Gunter Pauli. “Daar bepaal je de waarde van je producten en genereer je cashflow. Het gaat erom de mentaliteit te veranderen. Je moet je op maandagochtend de vraag stellen: hoe ga ik mijn klant verrassen? Iedereen wil namelijk graag verrast worden, alleen zijn we dat een beetje uit het oog verloren. Vandaag word je alleen nog verrast met je verjaardag en met Kerst, als je geluk hebt misschien ook nog met Nieuwjaar.”
“Dat verrassingselement is ook net het grote verschil tussen distributie en online. De distributie kan voor aanzienlijk meer verrassingen zorgen dan een internetwinkel: reden te meer om verrassingen terug deel te laten uitmaken van de retail. En dan heb ik het niet over één verrassing, maar over een hele reeks van verrassingen. Het moet zo spannend worden als een Indiana Jones-film. We moeten trachten om op het ogenblik dat de klant denkt dat hij alles gehad heeft, toch nog iets extra’s te doen.”
“We zijn zo berekend geworden en laten ons leiden door statistieken, cijfers en rapporten. We accumuleren steeds meer data, terwijl alle concurrenten over exact dezelfde data beschikken. Waar we vandaag nood aan hebben is een frisse kijk op het verrassen van onze klanten en ervoor zorgen dat we dat elke dag opnieuw doen.”
Gunter Pauli is key-note spreker op het RetailDetail Congress op 24 april. Klik hier om in te schrijven en voor meer informatie. Wie nog wil genieten van de uitzonderlijke ‘early bird’-actie en een korting van 100 euro wil krijgen op zijn toegangsticket, moet snel zijn: de actie loopt af op 7 april!