Euronics International is een internationale aankoopgroep in de sector van consumer electronics. Op Belgisch niveau is zit het concern achter retailketens Selexion en Selexion Clix (het vroegere Action Shop). De groep Euronics International is buiten België nog in 30 andere landen actief.
Hans Carpels richtte in 1990 samen met vier collega’s Euronics International op. Na 10 jaar vice-president te zijn geweest van de groep werd Carpels verkozen tot president. Vorige week verkoos de directieraad hem bovendien tot managing director bij Euronics Belgium.
Meneer Carpels, eerst en vooral proficiat met uw nieuwe positie als Internationale president van de Euronicsgroep. Blijkbaar blijft u die taak combineren met uw mandaat als CEO voor België, dat vorige week overigens vernieuwd is voor 6 jaar. Wat zijn uw ambities met deze nieuwe ontwikkelingen?
H.C.: De ambities zijn wat ze steeds geweest zijn: de toegevoegde waarde van onze verdelers duidelijk naar buiten brengen, zowel ten opzichte van leveranciers als van klanten en zowel in ons land als in Europa. Niet vergeten dat ik gedurende 10 jaar vice-president was van Euronics Internationaal en dus daar heb meegebouwd aan het succesverhaal van Euronics als jongste maar sterkste Europese aankoopgroepering. Het is dus vooral zorg om de continuïteit te verzekeren.
Hoe ziet u de toekomst internationaal en op Belgisch vlak evolueren?
H.C.: Wat we reeds enkele maanden tot bijna een jaar vaststellen, kwam op IFA (een Duitse elektronicabeurs, nvdr) duidelijk naar voor als ‘de’ hoofdtrend (naast 3D uiteraard), namelijk de connectiviteit tussen de verschillende apparaten. Deze functionaliteit zal toestellen met mekaar laten communiceren, zodat de meerwaarde voor de consument nog groter wordt. Die evolutie is mijns inziens op technologisch gebied voor de consument de meest ingrijpende ontwikkeling voor de toekomst.
Het heeft even geduurd, maar de ketens zijn nu ook webwinkels aan het organiseren. Hoe ziet u dit combineerbaar met de winkels? In het buitenland zien we het fenomeen van het beschermen van het eigen aanbod en het gebruik van internet om het aanbod van collega’s aan te vallen (zonder de overheadkosten bij te tellen). Verwacht u nog scherpere concurrentie?
H.C.: Ik verwacht zeker niet minder concurrentie. Maar we mogen ook niet vergeten dat internet in de aanvangsperiode het speelterrein was van een aantal cowboys, wiens enige drijfveer meerverkoop – tegen elke prijs – was, zonder een strategie op lange termijn. Ik ga ervan uit dat wanneer ketenbedrijven internet als extra kanaal naar voor schuiven, de verkoop op internet meer zal verschuiven van diegenen die er in het begin bij waren naar de bekende spelers, omdat ze het vertrouwen genieten van het grote publiek. Vergeet echter niet dat bijvoorbeeld Mediamarkt de roll-out van zijn onlinewinkel alweer heeft uitgesteld: blijkbaar is het samenbrengen van een internetstrategie en een uitgebreid winkelnet niet zo eenvoudig.
Op reis in het buitenland zien we dikwijls het merk Euronics tegen de gevels hangen. U bent al één jaar bezig om dat ook in dit land te implementeren. Is het de voorbode van een rebranding?
H.C.: Je mag niet vergeten dat Selexion een sterke merknaam is, met een belangrijke toegevoegde waarde. Een rebranding is dus niet aan de orde, hoewel we op Europees vlak zeker de sterkte van het merk erkennen en naar voor schuiven. Iedereen heeft al de internationale voetbalwedstrijden gezien waar Euronics reclameborden voorziet.
Ik heb uitspraken gelezen over “20 miljard euro” tegen 2015. Waar ziet u die grote groei? Naar hoeveel meer dan de huidige 31 landen wilt u nog uitbreiden?
H.C.: Deze visie was in den beginne een statement van mijn voorganger, Werner Winkelmann, op zijn afscheidsfeest. Ik wil me daar 100% achter scharen: wij menen dat we de omzet van Euronics International van 14,1 miljard op vijf jaar kunnen doen stijgen naar 20 miljard. Misschien zullen we in 2015 die 20 miljard niet helemaal bereiken, maar het is toch ons streven.
Er zijn drie groeipolen. Ten eerste verwacht ik een organische groei door de verdere verspreiding van producten uit de IT, telecom en imaging in de bestaande winkels. Een notebook is bijvoorbeeld geen IT-product meer en wordt alvast niet zo door de consument gepercipieerd: het is een gateway naar entertainment (muziek, film), voor communicatie met gelijkgezinden en nog veel meer dan dat. In een familie is dikwijls al meer dan één pc aanwezig. Voor onze handelaars biedt dat dus een ideaal terrein om zich te ontplooien.
Ten tweede zijn we ervan overtuigd dat we in de vele landen waar we aanwezig zijn een sterke uitstraling hebben en dat de consolidatie in de distributie nog niet is beëindigd: door die uitstraling zullen de Euronics-organisaties nieuwe leden aantrekken, misschien zelfs kleinere groepen van verdelers in de betrokken landen.
Ten slotte zijn er nog steeds een aantal landen waar Euronics International niet is vertegenwoordigd: zo zijn er nog een aantal Balkanlanden waar we op zoek zijn naar een partner. Wel hebben we onze groep recent versterkt met een invloedrijke partner in Oekraïne en Moldavië, goed voor een omzet van 650 miljoen euro in een markt die nu weer gaat stijgen. Ook hebben we onze partner in Rusland opnieuw geactiveerd, wat na een jaar werken toch 1 miljard moet opleveren. Dat zal wel steeds gebeuren in respect van ons credo: de meerwaarde van de handelaar benadrukken. We zoeken geen omzet omwille van de omzet.
Ziet u een grote rol weggelegd voor uw groep in de diversiteit en complexiteit aan producten die de elektrowereld aanbiedt?
H.C.: Vanzelfsprekend. We hebben een leidende rol om aan de verdelers te tonen welke trends zullen doorbreken. Zo stonden we in ons land aan de spits bij de introductie van de flatscreens, van de led-tv’s en van nog zoveel meer. We waren verder de eerste groepering die een link legde naar de IT-wereld (reeds in ’96) en we deden hetzelfde met de imagingwereld, met de integratie van Action Shop in onze groep. Dat betekent ook dat we zullen voorzien in een specifiek trainingsprogramma voor de verdelers, want zij moeten die kennis kunnen overbrengen aan de consument.
Welke producten ziet u groeien/dalen in de nabije toekomst?
H.C.: Vanzelfsprekend zullen een aantal nieuwe producten als tablet-pc’s, iPads en consoorten, de consument aanspreken. Dat betekent echter geen kannibalisme van andere producten zoals de notebook, net omdat het een ander product is. Ook op het gebied van de smartphones verwachten we nog een serieuze evolutie, vooral dankzij de apps die erop te downloaden zijn.
In de grote groep van consumer electronics verwachten we natuurlijk een goeie expansie in led-tv’s, 3D-tv’s en waarschijnlijk binnenkort oled-tv’s. Op gebied van domestic appliances rekenen we erop dat we onze expansie daar nog kunnen bestendigen door hoogwaardige keukenproducten aan de man te brengen.
U zult meer dan 30 landen besturen, inclusief het kopmanschap in België. Betekent dit dat u meer taken zal delegeren, of had u dit reeds voorbereid?
H.C.: In de lokale organisatie hebben we altijd een cultuur van delegeren gekend. Mijn medewerkers moeten beter zijn dan ik op hun deelgebied. Zij krijgen daarin dan ook een grote vorm van autonomie. Ik zal wel steeds geraadpleegd worden en zal alles opvolgen, maar zij zijn verantwoordelijk voor hun divisie.
Eenzelfde structuur sta ik ook voor op Europees gebied: we hebben een hoofdkantoor in Amsterdam waar 7 mensen werken. Zij zullen de uitvoerende arm zijn, maar de rapportering zal op dezelfde manier verlopen als in ons land. En… hard werken ben ik wel gewend.