Het Franse parlement heeft een wetsvoorstel goedgekeurd dat fast-fashion zware boetes kan opleggen – tot tien euro per stuk tegen 2030. De opbrengst moet helpen de veroorzaakte milieuschade te compenseren.
Tien euro per stuk
De Assemblée keurde haast unaniem een wetsvoorstel goed dat de invoer van spotgoedkope mode heel wat minder aantrekkelijk moet maken. Als het voorstel door de senaat geraakt, kan Frankrijk een boete invoeren per kledingstuk, die gradueel zou gaan oplopen tot tien euro over zes jaar.
Daarnaast komt er een reclameverbod op sociale en traditionele media. Dat moet consumenten helpen hun verantwoordelijkheid beter te nemen en voor goede producten te kiezen, aldus minister van Ecologische Transitie Christophe Béchu. Het voorstel wil ook zorgen voor een sterkere positie van Franse en Europese textielproducenten.
De senaat moet het voorstel ook nog goedkeuren, maar gezien de steun in het lagerhuis worden daar weinig problemen verwacht.
Verbod op afvalexport
Weinig verbazingwekkend reageerde Shein – een van de voornaamste doelwitten van de wet – erg afwijzend op de Franse zet. In een verklaring aan Reuters zei het bedrijf dat de kleding die het produceert “tegemoetkomt aan een bestaande vraag, waardoor het aandeel onverkochte kleding consistent laag blijft”. Daardoor zouden ze veel minder afval produceren dan traditionele spelers. Volgens Shein zou het enige effect dan ook zijn dat “de koopkracht van de Franse consumenten zou verslechteren”.
Naast het wetsvoorstel over de boetes werkt Frankrijk ook aan Europese maatregelen tegen fastfashionspelers. Zo zou het binnenkort verboden moeten worden om onverkochte kledingstukken te exporteren om bijvoorbeeld in Afrika of Zuid-Amerika te dumpen.