Alle merken van luxegroep Kering boekten vorig jaar een recordomzet, maar toch voldeden de prestaties niet allemaal aan de ambities en hun potentieel, zegt CEO François-Henri Pinault. Vooral het einde van het jaar werd uitdagend.
Strategie van exclusiviteit en status
De nieuwe corona-opstoot in China kwam Kering in het vierde kwartaal inderdaad duur te staan. Het laatste kwartaal eindigde met 2% minder omzet, zelfs 7% minder op vergelijkbare basis. Bij vlaggenschip Gucci was de vergelijkbare daling zelfs 14%, doordat de verkoop in de eigen winkels met 15% daalde. Ook Balenciaga kwakkelde, onder meer door de samenwerking met ‘gecancelde’ rapper Ye (Kanye West).
Over het hele jaar steeg de groepsomzet met 15% naar 20 miljard euro, goed voor 9% groei op vergelijkbare basis. De eigen retail, ook online, steeg met 10%, vooral dankzij West-Europa en Japan. Hoewel er bij Gucci nauwelijks groei was in 2022, ging de vergelijkbare omzet van Yves Saint Laurent er met bijna een kwart op vooruit – met dank aan eigen winkels. Het recurrente bedrijfsresultaat klom met 11% tot 5,6 miljard euro, goed voor een nettowinst van 3,6 miljard euro (+14%).
Kering rekent op korte termijn nog op aanhoudende economische en geopolitieke onzekerheid, maar blijft verdergaan op de ingeslagen weg. Pinault wil verder inzetten op de exclusiviteit van de merken, een sterke cashflow en de “status als een van de meest invloedrijke groepen in de luxesector”.