Kringloopwinkels krijgen enorme hoeveelheden “ultrafastfashion” binnen van onder andere Shein en Temu. Die producten zijn zo goedkoop en pover van kwaliteit, dat ze niet te verkopen of te herstellen zijn, maar weggooien is evenmin een optie.
46 ton per dag
“We kunnen gewoon niet meer volgen”, zegt Els Houttequiet van Herwin, de koepelorganisatie van kringwinkels, aan Het Nieuwsblad. Elke dag wordt er 46 ton aan textiel binnengebracht bij Belgische kringwinkels, maar amper een kwart daarvan is goed genoeg om opnieuw in onze winkels verkocht te worden. Al de rest gaat naar de verbrandingsoven of naar textielopkopers, zegt ze.
Het probleem is dat er steeds meer kledij wordt gemaakt van synthetische materialen, zoals polyester: niet duurzaam, niet stevig, niet te herstellen of te recycleren. “Een shirt dat amper 10 euro heeft gekost, kunnen we moeilijk laten herstellen aan 5 euro. Maar we hebben toch liever dat het bij ons belandt dan dat het in de vuilnisbak gaat.”
Afvalberg niet groter maken
De Deltagroep, een organisatie van kringloopwinkels in West-Vlaanderen, verkoopt de kledij van Shein daarom per kilo in een outletwinkel, tegen bodemprijzen. “Het was een moeilijke afweging”, zegt Liselotte Casteur. De kledij van Shein heeft weinig tot geen waarde, maar de binnengebrachte stukken gewoon weigeren is moeilijk: kringwinkels zijn er net om de afvalberg te verkleinen. “Als we kleding van Shein zouden weigeren, maken we de afvalberg alleen maar groter. Onze outlet-winkel leek ons het juiste compromis.”
“Wat Shein doet is zo disruptief dat het de hele keten op zijn kop zet”, bevestigt professor Annick Schramme van de Antwerp Management School. Straks zal Europese regelgeving bedrijven verplichten om hun producten te recycleren, maar of de EU dat ook kan afdwingen van Chinese spelers is maar de vraag. “De belangrijkste oplossing ligt in het consumentengedrag: we moeten ons met zijn allen meer bewust zijn van wat we consumeren.”