Marie Méro zwemt resoluut tegen de stroom in: net wanneer de modebranche in neutraal gaat, drukt het modemerk het gaspedaal in. Medezaakvoerder Ruben Van der Elst neemt je op het RetailDetail Congress mee in het verhaal van het Oost-Vlaamse familiebedrijf.
Van keukentafel tot professioneel modemerk
Bijna 20% groei in het kwakkelende modejaar 2024 en dit jaar nog 10 à 15% meer verwachte omzet: Marie Méro is een uitblinker in het huidige modelandschap. Het damesmerk ontstond 54 jaar geleden nochtans letterlijk aan de keukentafel, toen de vader van Ruben en Steven Van der Elst hun grootmoeder vroeg om enkele rokken te maken.
De zonen stapten drie decennia later in, maar groeiden op in het bedrijf – en het bedrijf groeide met hen. “Samenwerken met familie is geen evidentie, leren loslaten evenmin”, blikt Ruben Van der Elst terug op het cruciale familiecharter dat de broers opstelden, op de aanstelling van een bedrijfscoach en op het belang van een managementteam. “Het bedrijf groeit, maar als ondernemer moet je ook groeien.”
Vooral niet als cowboys
Ook de financiële crisis in 2008 was een kantelmoment. “We verloren 60% van onze exportomzet. Gelukkig hadden we net besloten om eigen winkels te openen, in plaats van te investeren in een groter hoofdkantoor. Dat was achteraf gezien een gouden zet.” Vandaag is groothandel goed voor ongeveer 30% van de omzet, een balans die Marie Méro graag wil behouden.
In 2019 stond Marie Méro op het punt om opnieuw sterk uit te breiden, in vol ornaat met een nieuwe strategie. Twee weken voor de eerste corona-lockdown opende de eerste buitenlandse winkel in Maastricht. “Gelukkig konden we schakelen en hadden we reserves. We zijn geen cowboys, dat drukken we de medewerkers ook altijd op het hart: alles blijft berekend en nooit overhaast.”
Meer risico, meer keuze
Al heeft de modeketen soms “misschien een beetje te veel gerekend”, bijvoorbeeld als het op de collecties aankomt. Vandaag is de keten in volle bloei, met dank aan “iets meer risico” en meer flexibiliteit in de productie. Door meer never-out-of-stockproducten en bestsellers te voorzien, verkoopt het merk significant meer. Zelfs al betekent dat meer stock en meer benodigd werkkapitaal.
Sinds 2019 is het merk de collecties bovendien geleidelijk aan het vernieuwen – telkens met zo’n 5% per jaar. “Onze collectie maakt steeds een evolutie door, geen revolutie. Dat begint nu echt te lonen. Marie Méro heeft een tijdloze stijl. We merken dat vrouwen van verschillende generaties zich goed voelen in onze kleding – van 30 tot 70+. Het draait om stijl en uitstraling, niet om leeftijd.”
Mijlpaal 2028 in zicht
Vandaag ziet Marie Méro nog plaats voor drie à vier extra winkels in Vlaanderen. Die moeten er tegen 2028 zijn, daarna bekijken de broers nieuwe stappen – mogelijk in Nederland. “We zijn aanwezig via multimerkenwinkels, maar een eigen winkelnetwerk opstarten is complexer”, vertelt Van der Elst. Daarom ambieert het merk buitenlandse groei vooral via agenten en marktplaatsen.
“Marketplaces zijn een manier om voet aan wal te krijgen in andere landen, maar we blijven voorzichtig. Op Zalando startten we bijvoorbeeld sterk in 2023, maar de retourpercentages waren – vooral in Duitsland – gigantisch. Dat was een leermoment. De Scandinavische klant op Miinto koopt dan weer nog anders.”
Wat er verder in de pijplijn zit? “De snelle groei brengt ook groeipijnen met zich mee. Ons ERP-systeem is verouderd, en we willen volledig omnichannel werken. Ons loyalty-systeem kan nog veel beter. Ook duurzaamheid wordt steeds belangrijker – het productpaspoort komt eraan, daar zullen we nog fors in moeten investeren.”
Op het RetailDetail Congress, op 8 mei in Antwerpen, blikt Ruben Van der Elst van Marie Méro zowel terug als vooruit. Ook sprekers van e5, Inno, Zeeman en Visa betreden het podium. Klik op de knop hieronder voor meer info over het programma en om je tickets te reserveren.