Om straks 50% van zijn omzet uit plantaardige producten te halen, investeert zuivelgroep Bel in technologische innovatie, maar ook in het sensibiliseren van consumenten: “We moeten een wereldbeweging op gang brengen.”
Geniale uitvinding
Van een pioniersrol gesproken: meer dan een eeuw geleden bracht Léon Bel de eerste smeltkaas in porties op de markt, onder het intussen iconische merk La Vache Qui Rit. Het belang van die uitvinding valt niet te onderschatten, zegt een enthousiaste directeur Mohamed Zariouhi van Bel Benelux in een gesprek met RetailDetail.
“Smeltkaas was een manier om kaas te bewaren, geïnspireerd op de kaasfondue. De Jura, waar het bedrijf zijn wortels heeft, is niet alleen een echte kaasstreek maar ook een regio die sterk is in micromechanica: vandaar het idee om miniporties te maken in aluminiumfolie, die men ook buiten de koeling kan bewaren. Dat is het geniale van La Vache Qui Rit: de groep kon kaas verkopen in regio’s waar niet altijd koeling voorhanden was. Miniporties zijn bovendien een geweldige antiverspillingsmaatregel: je verbruikt enkel wat je nodig hebt en je gooit de rest niet weg.”
Moedige beslissing
Intussen is Bel uitgegroeid tot een groep met een wereldwijde voetafdruk, aanwezig in 120 landen met bekende merken als Babybel, Boursin, Maredsous en Kiri. Het bedrijf houdt tot op vandaag vast aan zijn voortrekkersrol: daarvan getuigt de ambitie om tegen 2030 nog maar de helft van de omzet uit zuivelproducten te halen. De andere helft zal komen uit zuivelalternatieven en uit fruitproducten – een categorie waarmee de groep (nog) niet in de Benelux actief is.
“Een moedige beslissing, voor een bedrijf dat groot geworden is tussen de koeien”, vindt Zariouhi. Als familiebedrijf heeft Bel altijd oog gehad voor de lange termijn. “Generaties van ondernemers hebben elkaar opgevolgd en het bedrijf aan elkaar doorgegeven, al 150 jaar. Enkele jaren geleden nam Bel een visionaire beslissing, door van de financieel directeur een ‘chief impact officer’ te maken die tegelijk verantwoordelijk is voor de financiële resultaten en het duurzaamheidsbeleid. Want op de lange termijn is er geen winstgevendheid zonder duurzaamheid, daarvan zijn onze voorzitter Antoine Fiévet en onze CEO Cécile Béliot overtuigd. Voor bedrijven die niet overtuigd zijn van de noodzaak om actie te ondernemen, is het ook belangrijk om te weten dat de prijs van de CO2 gaat exploderen, dus als je je bedrijf niet koolstofvrij maakt, ga je dat cash betalen.”
Urgentie
Zariouhi, die sinds drie jaar vanuit Eigenbrakel de Beneluxactiviteiten leidt, is in de loop van zijn carrière een overtuigd voorvechter geworden van de plantaardige koers die Bel nu vaart. Het begon al bij Danone in de jaren 2000. “Toen hoorden we de eerste signalen al: binnen 25 jaar zullen we met acht miljard mensen zijn, hoe gaan we die voeden, in het besef dat we maar één planeet hebben en dat we onze natuurlijke hulpbronnen stilaan uitputten? Dat heeft me geïntrigeerd, het was een uitdaging waaraan ik wilde bijdragen.”
Toen hij wat later verantwoordelijk werd voor babyvoeding, werd de urgentie nog groter: “In babyvoeding gelden erg strikte normen, onder andere over de aanwezigheid van zware metalen in vis, of pesticides in groenten. Ik ontdekte hoe moeilijk het was geworden om vis te vinden zonder zware metalen: slechts één vangst op tien voldeed. Ik zag hoe de vervuiling zo erg werd dat we misschien geen vis meer konden geven aan onze baby’s. Dat was angstwekkend. Vandaag ben ik papa van vier. Hoe gaat de planeet er voor hen uit zien over dertig jaar?”
Verantwoordelijkheid opnemen
De problematiek van de klimaatopwarming kwam pas nadrukkelijk op de agenda na de film An Inconvenient Truth uit 2006, met Al Gore. “Sinds enkele jaren ervaren we de concrete gevolgen ook in Europa: de droogte, de enorme overstromingen, het valt niet meer te ontkennen. Dus als je wereldwijd actief bent in de voeding, heb je een verantwoordelijkheid over de hele keten: hoe we produceren, hoe we omgaan met producenten, landbouwers en veetelers, hoe we transformeren, verpakken, distribueren, recycleren…”
Klimaatmaatregelen die je vandaag neemt, gaan pas ten vroegste binnen tien of vijftien jaar resultaat opleveren. Dat vergt moed, maar op dit vlak kan je geen kortetermijnvisie aanhouden, benadrukt Zariouhi. “Binnen 25 jaar zijn we met tien miljard mensen. Dat is niet lang meer. Hoe zal de planeet er dan uitzien? Die vragen doen me nadenken, als industrieel, als ouder, als burger.”
Een nieuw evenwicht
Een verandering in onze consumptie is onvermijdelijk: een kilo vlees stoot 70 kilogram broeikasgassen uit, een kilo kaas minder dan de helft, plantaardige producten minder dan een kilogram. “In het westen gaan we de vleesconsumptie moeten reduceren. Je kan geen twee keer per dag vlees blijven eten, gezond is dat ook niet. Je hebt wel proteïnen van goede kwaliteit nodig – en zuivel levert uitstekende eiwitten tegen een betaalbare prijs.”
Daarnaast moeten we onze plantaardige consumptie verhogen, naar een nieuw evenwicht. “Het bewustzijn neemt toe: zowat 40% van de Belgen noemt zich flexitariër. Mensen stoppen niet met vlees, maar ze verminderen wel. Wij kunnen hen begeleiden in deze beweging. We stellen zuivel en plantaardig niet tegenover elkaar, we hebben beide nodig. We hebben een belangrijk assortiment fruitproducten en we produceren plantaardige kaas, zowel onder onze bekende merken als Boursin en Mini Babybel of La Vache Qui Rit, als onder het 100% plantaardige merk Nurishh.”
Duurzame melk
Bel ziet twee grote assen van vooruitgang. In zuivel moet de manier van produceren radicaal veranderen, om de ecologische voetafdruk van melk te verkleinen. “We werken met onze melkproducenten aan programma’s op de lange termijn, met lokaal veevoer uit regeneratieve landbouw in plaats van soja uit Brazilië. Dat kan wat duurder zijn, maar als je in Europa een duurzame melk wil produceren die de planeet respecteert, dan moet je accepteren om daar de prijs voor te betalen.”
Het bedrijf garandeert producenten een betere melkprijs, om hen een fatsoenlijk inkomen te bieden. “We hebben concurrenten, maar we zijn overtuigd dat dit is wat we moeten doen, samen met onze leveranciers en retailpartners. De race naar de goedkoopste melk is niet redelijk. Anders hebben we straks geen melk meer, en moeten we melkpoeder invoeren van de andere kant van de planeet.”
Technologische doorbraak
Daarnaast wil Bel de uitbouw van zijn plantaardige divisie versnellen. “Plantaardige kaas is nog een recente categorie. We moeten toegeven dat de eerste generatie producten niet geweldig was qua smaakbeleving. De uitdaging is een kaas maken die niet enkel voor de overtuigde veganisten is bestemd: die aanvaarden een minder lekker smakende kaas, omdat ze toch geen zuivel zullen kopen. Maar we willen plantaardige kaas maken voor flexitariërs. We hebben al plantaardige Boursin en Babybel gelanceerd, maar onze overtuiging is dat een technologische doorbraak nodig is om te slagen.”
Bel investeert onder andere in de Amerikaanse startup Climax Foods, die een database heeft opgesteld van alle proteïnen die in de natuur beschikbaar zijn – meer dan tienduizend in totaal. “Ze zetten AI in om die moleculen te combineren en er een plantaardige kaas van te maken. In Californië hebben ze een eerste plantaardige blauwe kaas gemaakt: chefs haalden ‘m er in een blinde smaaktest niet uit. Hij staat nu op de kaart van een sterrenrestaurant.”
Wereldbeweging
Een tweede piste is precisiefermentatie: je kan in het labo caseïne produceren zonder dat er een koe aan te pas komt. “Onder het merk Nurishh hebben we in de VS een roomkaasalternatief op de markt gebracht waaraan je niet proeft of het echte zuivel is: het is immers dezelfde molecule. We testen, we investeren in onderzoek en ontwikkeling, we gaan er komen. De plantaardige kazen van morgen zullen veel lekkerder zijn dan die van vandaag. Dat gaat de overstap van dierlijk naar plantaardig versnellen.”
In België vertegenwoordigen plantaardige kazen amper 1 à 2% van de markt. Morgen wordt dat veel meer als het aanbod verbetert en uitbreidt. Maar geen enkel bedrijf of land kan dit alleen, beseft Zariouhi. “We moeten een wereldbeweging op gang brengen. Kijk naar de automobielindustrie: de elektrificatie is een wereldwijde beweging. Zo moet het ook in de voeding gaan, met industrieleiders, retailers, regeringen. We hebben geen tijd meer, we hebben maar één planeet. Ik wil niet dat mijn kinderen een onleefbare planeet erven.”
Niet te stoppen
Of het onze gesprekspartner niet verontrust dat de tijdsgeest nu wat lijkt tegen te werken? “Nee: de samenleving heeft het al begrepen, de verandering vindt al plaats. Mensen eten al wat minder vlees en meer plantaardig. Die burgerbeweging is krachtig en niet te stoppen. Ook retailers zijn mee in het verhaal, ze hebben heldere duurzaamheidsstrategieën, ondanks de realiteit van de koopkracht en de inflatie.”
Strijden tegen voedselverspilling is één manier om voeding haar waarde terug te geven, geeft Zariouhi nog mee. “De portie is een belangrijk middel in strijd tegen verspilling. We moeten elke gram consumeren. Van een Mini Babybel gooi je niets weg.” Ook al veroorzaakt de portieverpakking meer afval? “Aluminium is recycleerbaar en het gewicht van een portieverpakking is minder dan een haar. Maar we nemen onze verantwoordelijkheid. De groep werkt nu aan papieren porties. Binnen enkele jaren komen ze op de markt.”
Kortom: we spraken met een optimist. “Ik geloof niet in mirakels, maar wel in het menselijke genie. Er is actie van miljoenen mensen nodig. En onze kinderen begrijpen het al: ze vinden het bijvoorbeeld ondenkbaar om nog wegwerpplasticflessen te gebruiken.”