Door enkele spraakmakende faillissementen van grote winkelketens gingen in 2016 meer dan 21.000 banen verloren in de winkelstraat. Toch kwamen er in de hele sector zelfs 5.000 banen bij, maar dan wel van een ander type dan de ‘klassieke verkoper’.
“Lichte maar gestage groei”
Door het faillissement van V&D en de daarmee gepaarde gaande krimp van het aantal LaPlace-restaurants verloren zo’n 10.500 mensen hun baan. Daar kwamen er nog eens zo’n 2.600 bij toen schoenenretailer Macintosh (Dolcis, Manfield, Invito en Scapino) op de fles ging. Voeg daar nog onder meer het omvervallen van elektroketen Scheer & Foppen en de moderetailers Perry Sport, McGregor en MS Mode aan toe, en de teller staat eind november al op 21.000 banen die verloren gingen. Een jaar eerder waren er dat nog geen 8.000. Beweren dat 2016 een rampjaar was voor de winkelstraat, is dus verre van overdreven.
Toch is het niet al kommer en kwel, blijkt uit een recent verschenen rapport van uitkeringsinstantie UWV waarover NRC bericht. Volgens de laatste prognoses kwamen er zelfs ongeveer 5.000 banen bij in de hele sector van de detailhandel, die intussen goed is voor bijna 870.000 jobs. Ook de komende jaren rekent het UWV op een “lichte maar gestage groei” van het aantal banen: in 2017 en 2018 naar schatting met bijna 7.500 per jaar.
Klassieke verkoper is ‘out’
Al gaat het dan wel om een ander type van banen: de klassieke verkoper ‑ en helaas is dat vandaag nog altijd de meest voorkomende functie in de sector (drie op de tien medewerkers) ‑ staat in tijden van e-commerce meer en meer onder druk.
“Webwinkels hebben geen verkoopmedewerkers nodig, maar wel iemand die de sociale media in de gaten houdt. En mensen die op de klantenservice telefoontjes beantwoorden, of in de distributiecentra werken”, zegt Freek Kalkhoven, arbeidsmarktonderzoeker bij UWV. En de consument die wél nog naar de winkel komt, heeft “meer dan ooit behoefte aan klantgerichtheid en service”.