Zeventien melkveehouders uit Amstelland willen een zuivelfabriek in het centrum van Amsterdam openen. Daar willen ze jaarlijks 1,5 miljoen kilo yoghurt en kwark maken om die als regionaal product aan de lokale bevolking te verkopen.
Nieuw verdienmodel
De melkveehouders zien in de lokale productie en verkoop een nieuw en duurzaam verdienmodel: via een korte keten hopen ze meer toegevoegde waarde naar zich toe te halen. Nu hangen hun inkomsten nog deels af van de subsidies die ze krijgen omdat ze via hun landbouw tevens zorgen voor het instandhouden van de natuur. Voor het zover is, moeten wel nog een aantal zaken worden uitgewerkt: zo moeten de initiatiefnemers er onderling nog uitraken hoeveel melk elkeen mag leveren.
Het project wordt breed gedragen door onder meer de gebiedscoöperatie Noord-Holland Zuid, een collectief van boeren die zich inzet voor natuurwaarden op het platteland, en de Volgelbescherming. Op technisch en commercieel vlak willen de groothandel Vroegop Ruhé & Co en zuivelproducent Campina meewerken.
Dat een dergelijk initiatief er niet eerder kwam, schrijven de betrokkenen toe aan de lang heersende trend tot schaalvergroting en kostenefficiëntie in de sector, die grotendeels gericht was op het concurreren op de wereldmarkt.